About the coat & care in Dutch.

Written by Marloes Hoornaar from Inua’s Voice Kennel

Published on the website of the AMCN breed club.

https://www.amcn.nl/het-ras/vacht-verzorging/

Over de vacht

De vacht beschermt het lichaam tegen invloeden van buitenaf. Het harde dekhaar van de bovenvacht vangt de klappen op van geweld zoals bij vechtpartijen, botsingen of uitstekende takken waardoor de huid niet zo gemakkelijk beschadigt. Daarnaast beschermt het de hond tegen weersinvloeden. De talg uit het talgkliertje maakt de vacht waterafstotend, houdt het haar soepel en beschermt tegen uitdrogen. Door de dakpansgewijze ligging van de haren is het lichaam goed beschermd tegen vocht en wind. Een dikke vacht beschermt tegen water, wind en extreme kou of warmte. Door een dichte laag onderwol – van zacht donzig haar – wordt de lichaamswarmte op peil gehouden. De ondervacht functioneert namelijk als een isolatielaag tussen de hond en de buitentemperatuur, zowel bij kou als bij warmte. De dekharen zijn verbonden met een klein spiertje dat ervoor zorgt dat kraag-, nek en rugharen rechtop gezet kunnen worden. Bij extreme kou zorgt de lucht tussen de haren ervoor dat de warmte tussen de laagjes wordt vastgehouden. De vacht rechtop zetten (het “borstelen”) heeft een ”imponeer” functie. Als honden dreigen of bedreigd worden, maken ze zich op deze manier groter.

volledige vacht van de Alaska Malamute
vacht zonder onderwol, dekharen zijn goed te zien

Verschillende haren in één vacht

ondervacht/onderwol (links) en dekharen (rechts)

Aan de buitenkant zien we het dekhaar. Dat is het haar dat steviger en langer is. Deze haren functioneren als de jas van de hond. De onderwol is vaak anders van kleur en dunner. De ondervacht functioneert oorspronkelijk als isolatie.

Snorharen vinden we alleen op het hoofd. De officiële benaming is sinushaar. Deze sinusharen hebben tastzintuigen rond de haarwortel zitten waardoor ze zeer gevoelig zijn voor druk van buitenaf. Ze dienen om waar te nemen of bijvoorbeeld een opening ruim genoeg is om doorheen te gaan.

Rui periode

Twee keer per jaar verliest de Malamute zijn complete vacht. Op dat moment is de hond in de rui. De rui wordt beïnvloed door uitwendige factoren zoals de hoeveelheid licht, de lichtintensiteit en de buitentemperatuur, maar ook door inwendige zaken zoals voeding, hormonen, stress, erfelijkheid en medicijnen. Bij een teef bepaalt de cyclus voor een groot deel de rui. De hormonen hebben heel veel invloed op haar vacht en zal daardoor ruien.

ondervacht komt los

Reuen ruien vaak tweemaal per jaar en wel in het voorjaar en in het najaar. Deze authentieke vachten, bestaande uit een onder- en een bovenvacht en ruien meestal in een paar weken. De ondervacht laat als eerste los en daarna volgt de bovenvacht. De ondervacht groeit als eerste weer terug en daarna groeien de dekharen terug.

De Malamute zelf heeft meestal weinig last van het verharen. Toch kan hij een handje geholpen worden door hem in deze ruiperiode dagelijks te borstelen en te kammen of het liefst nog uit te blazen met de waterblazer, zodat losse haren en vuil zo snel mogelijk verdwijnen. Naar een trimsalon gaan die verstand hebben van de Malamute vacht kan ook een aanrader zijn. Honden die in de rui zijn mogen ook best een keertje extra gewassen worden. Of anders, bij honden die liever niet in bad gedaan worden, kunnen ze een keertje extra zwemmen. Het droogblazen na het bad zorgt ervoor dat veel oude haren loslaten. Als de vacht goed verzorgd is kan de broodnodige lucht bij de huid komen. Een gezonde vacht gaat samen met een gezonde huid. De huid moet glad, soepel en vrij van schilfers en parasieten zijn, en mag niet vies ruiken. Een mooie glanzende, volle vacht heeft te maken met erfelijke aanleg, maar ook verzorging, voeding en milieu spelen daarbij een grote rol.

Castraten vacht

Als je de hond laat castreren zal je merken dat de vacht verandert omdat de hormoonhuishouding anders wordt. Er ontstaat meer wolvorming, waardoor de vacht doffer en minder rijk van kleur lijkt. Ook kan de vacht meer gaan krullen. Meer wolharen resulteert in een zachtere vacht, die minder water- en vuilafstotend is, waardoor hij langer nat blijft, eerder vies wordt en sneller gaat stinken. Zachter haar gaat bovendien sneller klitten. De vachten lijken vaak te ‘ontploffen’ met veel doffe, zachte en langere haren. Het haar (wol- en dekhaar) groeit langer door en lijkt een langere verhaarcyclus te krijgen.

vacht voor castratie
vacht na castratie

De vacht wordt dik, stug en dicht en is bijna niet door kam baar en gaat snel klitten en vervilten. Hierdoor kan de vacht nog sneller gaan broeien en ook meer kans op hotspots geven. Het is noodzakelijk deze vachten goed bij te houden of om naar een goede trimmer te gaan met verstand van de Malamute vacht. Bij de (gecastreerde) wooly vachten verandert de vacht bijna drie keer zo erg wat voor de Malamute niet fijn is. Het is daarom aan te raden de Malamute niet te laten castreren tenzij medisch noodzakelijk is.

Verzorging

Bij de verzorging van de hond hoort niet alleen aan het kammen en/of borstelen, knippen en plukken, maar ook het wassen en föhnen van de vacht. Ook nagels, gebit, en lichaamsopeningen hebben aandacht, en soms verzorging nodig. De meeste honden hoeven niet gewassen te worden tenzij ze een “lekker luchtje” van buiten meenemen. Niet alle honden vinden wassen prettig, maar soms is het pure noodzaak. Kammen en borstelen is regelmatig nodig. De huid moet lucht krijgen om gezond te blijven. Een ondervacht kan vervilten, en ook klitten kunnen problemen aan de huid geven. Dan wordt het doorkammen van de vacht een pijnlijke zaak. Een regelmatige kambeurt kan dat voorkomen. Ook wordt met borstelen de talg door de vacht verspreid, wat een mooie glans geeft. Maar teveel kammen of borstelen kan het verharen ook weer stimuleren. Kam de honden af en toe en pak tijdens de rui periode de waterblazer of ga naar een goede trimsalon met verstand van de Malamute vacht. De Malamute vacht mag niet geknipt, gesneden, geschoren of uitgedund worden! Alleen het haar onder de voetzolen mag geknipt worden.

De oren

De binnenoren moeten regelmatig gecontroleerd worden. Normaal gesproken zal een gezond oor geen extra verzorging nodig hebben. Het oor kan zichzelf goed schoonhouden. Kijk en ruik aan het oor, weet hoe een gezond oor eruit ziet en ruikt. Mocht het oor viezer zijn dan anders dan zijn er oorcleaners in de handel om oren mee schoon te maken, maar ook gewone babybillendoekjes zijn geschikt. Vieze oren moeten wel in de gaten gehouden worden, want overmatig oorsmeer kan duiden op problemen. Als een hond veel met zijn hoofd schudt, als het oor stinkt, als hij (soms tot bloedens toe) aan zijn oren krabt, of langs vloeren of muren schuurt is er iets mis. Het kan zijn dat hij last heeft van een oorontsteking of oormijt, of misschien zit er een grasaar in het oor. In al deze gevallen is er geen andere optie dan een bezoek aan de dierenarts.

De ogen

In de ooghoeken zitten traanbuisjes, die traanvocht aanvoeren. Dat traanvocht heeft een antibacteriële werking, en is van groot belang om het oog vochtig, maar ook schoon te houden. Door het knipperen met de ogen voert het traanvocht vuil naar de binnenste ooghoek. Als de traanbuisjes goed functioneren, is er weinig oogverzorging nodig. Bij verstopte traanbuisjes kan het oogvocht niet afvloeien via de traanbuis, dan loopt het vanuit de ooghoek over de vacht naar beneden. Dit veroorzaakt bruinrode traanstrepen. Bij een hond met tranende ogen moet het vuil regelmatig uit de ooghoeken verwijderd worden. Dat kan met een niet-pluizend doekje, of met een schone vinger. Grote, ronde ogen zijn kwetsbaarder dan de meer gesloten, amandelvormige ogen.

Het gebit

Het is bij een puppy goed om regelmatig naar het gebit te kijken. Als dat vaak gebeurt zal hij het normaal gaan vinden, en het gemakkelijk toelaten. Dat is niet alleen fijn voor de eigenaar, maar ook voor de dierenarts, of voor het onderdeel “gebit tonen” dat op elke tentoonstelling verplicht is. Bij dat oefenen kan meteen worden gekeken of de tandjes goed wisselen. Soms blijven de (hoek)melktanden staan als de blijvende (hoek)tanden doorkomen. Er kan dan een foute gebitsstand ontstaan. Wanneer een melktand getrokken moet worden is het raadzaam om naar een specialist te gaan, want door het te vroeg trekken van een melktand kan de vaste tand beschadigd worden.

Als een hond niet of moeizaam eet, is het verstandig om het gebit te controleren op vreemde voorwerpen tussen tanden of kiezen, zoals houtsplinters of takjes.

Een hondengebit kan gepoetst worden. Dat kan met een (vinger)tandenborstel en hondentandpasta of een speciaal tandenpoetsdoekje. Door een pup van het begin af aan te wennen aan poetsen kan veel narigheid voorkomen worden.

Kluiven op botten kan goed helpen het gebit schoon te houden. Koop een goed kauwbot. Sommige kunnen namelijk erg splinteren wat schade aan kan brengen in maag- en darm kanaal. Voor pups niet te harde botten zodat de melktandjes niet breken.

volledig gebit, op kiezen lichtelijk tandsteen te zien

Geelbruine verkleuring op de tanden en kiezen is tandsteen. Bij een sterk verwaarloosd gebit kan die tandsteen een dikke grijze laag vormen en behoorlijk stinken. Tandsteen is erg slecht voor het gebit, en kan er uiteindelijk toe leiden dat tanden uitvallen. Voorkomen is beter dan genezen.

De anus

Soms gaat een hond “sleetje rijden”. Hij verplaatst de voorpoten, terwijl hij met zijn achterste over de grond schuurt. Dan zijn meestal de anaalzakjes verstopt. In de kringspier van de anus heeft de hond anaalzakjes. Deze anaalzakjes bevatten een geurstof waarmee de hond zijn ontlasting markeert. Als een afvoergang van dat zakje verstopt raakt krijgt een hond daar last van, en zal de dierenarts de anaalzakjes moeten leegdrukken. Voeding kan een rol spelen met verstopte anaalzakjes.

De temperatuur kun je meten met een koortsthermometer. Het inbrengen van de thermometer gaat wat makkelijker met een beetje water of vaseline. De temperatuur van een gezonde hond ligt tussen de 38 en 38,5 graden. Is de temperatuur boven de 39 graden of hoger, neem dan gelijk contact op met je dierenarts.

De penis

De meeste reuen houden hun penis door te likken zelf schoon. Sommige reuen hebben aanleg voor een voorhuidontsteking. De ontsteking gaat gepaard met lichtgroene/gele, plakkerige druppel(s). Voorhuidontsteking komt vaak terug. Dan kan u de penis regelmatig met schoon water of een speciale voorhuidcleaner spoelen om dit onder controle te houden. Als het te erg wordt dan is een gang naar de dierenarts nodig. Vaak wordt castratie geadviseerd (alleen als het dus medisch nodig is). Als een hond ouder wordt kalmeren de hormonen en daarmee over het algemeen ook de voorhuidontstekingen.

De vulva

De meeste teven zullen de vulva door te likken zelf schoonhouden. Tijdens de loopsheid heeft de teef meestal een bloederige afscheiding. Dat is normaal. Als de teef vocht verliest terwijl ze niet loops is, bestaat er kans op een ontsteking. Dat kan vaginaal zijn, maar het kan ook ernstiger zijn en een baarmoederontsteking betreffen. In dat geval stinkt de uitscheiding. Dat is een noodgeval, en een onmiddellijk bezoek aan de dierenarts is noodzakelijk!

De voeten

Honden lopen op hun tenen: ze zijn teengangers. De stevige verende teenkussentjes, of voetzolen, horen in een goede conditie te zijn om pijn en ongemak te voorkomen. Daarom moeten ze regelmatig worden nagekeken op verwondingen, splinters en kloven. Kleine sneetjes en kloofjes kunnen worden gereinigd en vervolgens worden ingesmeerd met wat calendula zalf, honingzalf of vaseline. Grotere verwondingen moeten door de dierenarts worden behandeld.

haar tussen tenen te lang

Het haar dat tussen de tenen en voetzolen van een hond groeit moet kort worden gehouden. Het houdt stof en gruis vast en klit makkelijk. In de winter kan er sneeuw aan blijven plakken.

Laat de hond ook goed wennen aan verschillende ondergronden zoals plavuizen, asfalt, gras etc. Let wel op dat veel binnen vloeren te glad zijn voor de hond, laat ze dan ook niet rennen in huis en op en af de bank springen vooral als ze pup zijn. Ook niet traplopen, het kan problemen geven aan de gewrichten van de hond. Beter voorkomen dan genezen!

gezonde verzorgde voeten en nagels

De nagels

Normaal gesproken slijten nagels vanzelf af. Zeker als een hond regelmatig over asfalt of andere harde bestrating loopt. Als de nagels te lang worden geeft dat problemen. Ze drukken de tenen omhoog, waardoor de stand van het been uit balans raakt wat veel pijn kan veroorzaken. De nagels aan de binnenkant van de voorbenen (de duimpjes) groeien rond. Soms groeien ze zelfs in het vlees. Sommige honden houden hun nagels zelf kort door ze af te bijten maar het is wel zaak om dit goed te controleren. Het knippen of vijlen van nagels vergt enige handigheid. Er zijn verschillende nageltangen te koop, en om te vijlen voldoet een ijzervijl prima. Pas op dat het roze gekleurde “leven” niet geraakt wordt, dit kan je goed zijn met witte nagels. Daarin knippen kan een flinke bloeding veroorzaken en is uiteraard zeer pijnlijk voor de hond. Bij nagels met veel pigment, de zwarte nagels, is dat “leven” niet altijd goed te zien. Ook hierbij is het belangrijk om een puppy al vroeg te laten wennen aan voetverzorging. Veel honden vinden het vervelend als hun voeten worden vastgehouden.

Er bestaat een eenvoudige vuistregel voor het bepalen van de juiste lengte van de nagels van de hond: als de hond staat, mogen de nagels de grond net niet raken.

Controle na de wandeling

Na (zomerse) wandelingen in bossen en velden is het belangrijk de hond te controleren op grasaren, maar ook op teken en andere meelifters. Grasaren hebben een scherpe punt aan de voorkant en aan de achterkant kleine weerhaakjes. Hiermee zetten ze zich vast aan de vacht van de hond. Door de weerhaakjes kan de grasaar alleen maar naar voren bewegen en dringt makkelijk door de huid heen. Vaak zitten ze tussen de tenen, voetzolen of in de oren, maar ze kunnen overal in het lichaam voorkomen. Ze dringen ver het lichaam in, en kunnen grote problemen veroorzaken doordat de plek gaat ontsteken. Teken komen in Nederland steeds meer voor. Niet alleen de inheemse teek, maar ook sommige exotische teken zijn hier inmiddels ingeburgerd. Ze kunnen serieuze ziekten overbrengen. Haal een teek meteen weg met een speciale tekentang. Die moeten vlak op de huid, dus tussen de teek en de huid geplaatst worden. Dan rustig draaien, zodat de teek in zijn geheel loslaat. Voorkomen is natuurlijk beter dan genezen, en er zijn allerlei middelen beschikbaar om teken tegen te houden. Helaas is geen enkel middel onfeilbaar, en zal elke hond vroeg of laat met teken te maken krijgen. Teken zitten vaak in hoge grassen probeer dit te mijden.